Groene competitie

Dit is de laatste voorbereiding op het spelen op de 'hele baan'. Technieken, tactieken en atletische vaardigheden worden in deze fase verder ontwikkeld. De wedstrijden worden weer wat langer en het wedstrijdelement wordt steeds belangrijker.

De groene competitie wijkt voor wat betreft de opzet af van de world tours en is meer te vergelijken met de senioren competities. Voor deze categorie zijn er drie competities die steeds bestaan uit zeven weken (acht teams waar tegen je een halve competitie speelt). De competities staan verder los van elkaar. Er is een voorjaarscompetitie, najaarscompetitie en een wintercompetitie. Ook de wintercompetitie wordt gewoon buiten gespeeld.

Hoe werkt deze competitie:

  • Een team bestaat uit minimaal 4 en maximaal 6 kinderen. Jongens en meisjes spelen door elkaar.
  • Kinderen moeten geboren zijn in 2008, 2007 of 2006. In uitzonderlijke gevallen, als het kind écht nog niet de vaardigheid heeft voor geel, mogen kinderen 2 jaar ouder zijn (t/m 2004). Of als het kind erg getalenteerd is en niveau oranje is ontgroeid, mag hij of zij 2 jaar jonger zijn (vanaf 2010).
  • Kinderen kunnen spelen in groen 1 (G1, gevorderden) of groen 2 (G2, beginners).
  • Er worden per competitiewedstrijd 4 enkelspelen gespeeld en 2 dubbelpartijen. 
  • Er wordt gespeeld met groene ballen.
  • De Groene competitie wordt gespeeld op een 'hele baan'. De dubbels spelen in het dubbelveld, dus inclusief de tramrails. 
  • Er worden 2 sets gespeeld om 4 gewonnen games (start op 0-0) met een verschil van 2 games (bijv. 4-2, 5-3). Bij een gelijke stand van 4-4 in de set volgt een tiebreak tot 7 punten (met een verschil van 2 punten). Indien een beslissende 3e set moet worden gespeeld, wordt deze vervangen door een beslissende wedstrijdtiebreak tot 7 punten (met een verschil van 2 punten). Het Beslissend Punt Systeem (bij 40-40 winnend punt) wordt toegepast in de Groene competitie.

Hieronder wordt nog eens alles uitgebreid uitgelegd door de KNLTB:

 

 

Jeugd competities Overzicht